vrijdag 8 juni 2007

Blok3: Overzicht beroepenveld

Presentatie beroepenveld

In onze presentatie die we hebben gehouden over het overzicht van het communicatie beroepenveld, vertelden we natuurlijk over de verschillende beroepen die je kan beoefenen. Maar vooral over de competenties die je moet beschikken.
Op het Internet hebben we gezocht naar vacatures in het veld van communicatie en kwamen veelal de zelfde beroepen tegen. Veel beroepen die je kan beoefenen zijn gericht op management en wat ons verbaasde ook op accountancy. Dit verbaasde ons omdat we op het gebied van accountancy (nog) niets hebben geleerd. De beroepen die wij tegen zijn gekomen vonden we niet zo heel spannend, misschien kwam het door het aanbod op dat moment. Bij het lezen van de vacatures kwam veel hetzelfde naar voren. Je moest team gevoel hebben, je moest initiatief tonen, creatief zijn, onder stress kunnen werken, gevoel voor taal hebben, mensen kunnen leiden. Dat is wat voor ons het meest naar voren is gekomen.
Dit hebben wij dus ook gepresenteerd. We hebben een collage gemaakt met tekeningen van personen met verschillende competenties erbij. Ook hebben we kort een overzicht gegeven van de vacatures die wij hadden gevonden.

Publieke sector

Wat is de publieke sector?

De publieke sector bestaat uit de rijksoverheid, de overige publiekrechtelijke lichamen (zoals provincies, de gemeenten en de waterschappen) en de organen die zijn belast met de uitvoering van de sociale zekerheid. De publieke diensten zijn in een aantal sectoren te onderscheiden.
Dat zijn ten eerste de echte overheidssectoren, sectoren waar mensen werken onder ambte-lijke arbeidsvoorwaarden. Het zijn sectoren die ten laste komen van de overheidsbegroting: de rijksoverheid (departementen en buitendiensten), gemeenten en provincies, maar ook de rechterlijke macht, politie, defensie en het (openbaar) onderwijs. Daarnaast worden ook instellingen die met sociale premies en door middel van overheidssubsidies gefinancierd worden, tot de publieke sector gerekend. Dit betreft met name welzijn, zorg en bijzonder onderwijs. Voorbeelden van laatste sectoren zijn ziekenhuizen, zorg- en verpleeginstellingen, het maatschappelijk werk, wetenschappelijk onderzoek en de jeugdzorg.
De publieke sector kent drie verschillende bestuurslagen, met elk hun eigen taken (OECD, 1997):
1. De taken van de gemeenten liggen in Nederland op uiteenlopende domeinen: openbare orde, onderwijs, woonbeleid, gezondheidszorg, sociale zekerheid en welvaart.
2. De provincies behartigen de volgende taken: openbare orde (coördinatie van politie en brandweer), vervoer, transport (niet het openbaar vervoer), waterhuishouding, milieu (vergunningen, inspectie), economische ontwikkeling, welvaart en ruimtelijke ordening.
3. De centrale overheid is verantwoordelijk voor de taken die de Nederlandse samenleving in haar geheel aangaan. Het gaat hier om de domeinen van justitie, defensie, buitenlandse zaken, belastinginning en infrastructuur.

Wat houd een beroep in de publieke sector in.

Een beroep in de publieke sector biedt carrièremogelijkheden op het gebied van accountancy, belastingadvies, consultancy en financieel advies.
Je wilt investeren in jezelf, je bent flexibel, creatief en ondernemend. Je beschikt over goede communicatieve vaardigheden en de wil om kennis uit te wisselen.

Wat zijn de vakgebieden van een beroep in de publieke sector:
· strategie, structuur, samenwerking en fusie
· financiële dienstverlening, fiscale advisering, administratieve ondersteuning
· interim-management, personeel, functionele dienstverlening
· sturing en systemen, automatisering, informatisering
· ethiek en integriteit, wet- en regelgeving
Kortom je bent een adviseur. Je adviseert bedrijven hoe ze interne beslissingen moeten maken.

Branches:

Gemeenten en provincies
Gezondheidszorg
Onderwijs
Openbare orde en veiligheid
Rijksoverheid
Sociale Zekerheid
Waterschappen
Wonen en ruimte




Tekst

Welke beroepen kan je vervullen met communicatie?


1.Copywriter

Als copywriter ben je voortdurend met woorden in de weer; je voornaamste taak is het schrijven van reclameteksten. Alleen doe je dit telkens voor een ander medium – variërend van een brochure tot aan een radio- en televisiecommercial – en een andere doelgroep: je schrijft zowel voor consumenten van een wasmiddel als voor lezers van een dagblad.
Wat doet een copywriter.
1. Je maakt een eerste opzet van een reclamecampagne.2. Je presenteert je eerste opzet.3. Je werkt het concept verder uit.4. Je presenteert de reclamecampagne aan de opdrachtgever.5. Je voert de reclamecampagne uit.
Wanneer je werkt bij een reclamebureau of communicatie-adviesbureau, krijg je via de accountafdeling een opdracht om een campagne te bedenken. De accountafdeling heeft op basis van een gesprek met de opdrachtgever een briefing (instructie) opgesteld met daarin informatie over onder andere: het bedrijf, het product of dienst dat moet worden gepromoot, de wensen van de opdrachtgever en het budget voor de reclamecampagne. Werk je als copywriter zelfstandig, dan heb je vaak rechtstreeks contact met je opdrachtgever. Samen met de artdirector maak je een eerste opzet (concept) van een reclamecampagne. Hiervoor verdiep je je in het bedrijf en zijn producten en/of diensten, ga je na op wat voor een manier concurrenten reclame maken en definieer je de doelgroep.

Samen met de artdirector werk je het concept verder uit. Je maakt bijvoorbeeld een eerste brochure of een eerste versie van een advertentieposter. Je bekijkt het resultaat: welk gevoel roept de tekst op? Sluit de tekst goed aan op de doelgroep? Is het gekozen medium – bijvoorbeeld televisie – de juiste voor de campagne? Je schaaft voortdurend aan de tekst en past het beeld aan. Veranderingen bespreek je met collega’s. Tevens voer je overleg met de opdrachtgever.
Om ervoor te zorgen dat een brochure of radiospotje ook precies zo wordt zoals jij voor ogen hebt, ben je nauw betrokken bij de uitvoering van de reclamecampagne. Je controleert drukproeven van folders en affiches of je bent bij televisieopnames aanwezig. Eventueel breng je dan nog kleine veranderingen aan.
Vaardigheden
1Creatief en innovatief zijn2. Onder tijdsdruk kunnen werken3. Uitstekend taalgevoel hebben4. visueel zijn ingesteld
5. Goed kunnen communiceren







2.Eindredacteur

Van idee naar tekst. Van verzamelde feiten naar artikel. De hoofdtaak van een redacteur is het ordenen en structureren van informatie. Soms schrijft een redacteur zelf, soms verbetert hij teksten van een ander. Het begeleiden van tekstschrijvers, journalisten, vormgevers of vertalers kan ook een taak zijn van een redacteur.
Wat doet een redacteur?
Redacteuren kom je op veel verschillende plaatsen tegen. In hun functie staat altijd communicatie via een specifiek medium centraal.
Het beroep redacteur kan zowel een journalistieke invalshoek hebben (dagblad-redacteur of journalist) als een "technische". In het eerste geval schrijf je zelf teksten of redigeer je teksten van anderen. Er wordt snel gewerkt en vaak onder tijdsdruk: voor dagbladjournalisten is er iedere dag een nieuwe krant. Soms werk je gedurende een langere periode aan achtergrondartikelen.
In het tweede geval zorg je er bijvoorbeeld als bureauredacteur voor dat teksten goed in elkaar zitten en aansluiten bij de doelgroep. Je eindproduct is een opleidingshandboek, een tekst voor een website of een gebruiksaanwijzing van een apparaat.
Rollen:
Vertaler, je zet een idee om naar tekst, of maakt van een ruw concept een perfect afgewerkte tekst. Als redacteur ben je veel bezig met het omzetten van informatie: van de ene vorm naar de andere. Denk bijvoorbeeld aan de wetenschapsredactie van een dagblad: in de zaterdagbijlage leggen ze moeilijke natuurkundige onderzoeken uit in heldere achtergrondartikelen.
Begeleider, je stuurt een team van schrijvers aan. In die situatie help je auteurs bij het realiseren van een goed eindproduct, bijvoorbeeld een brochure.
Organisator, je houdt je bezig met het uitzetten van opdrachten, het maken van planningen en het bewaken van budgetten.
Proces- en kwaliteitsbewaker, als redacteur moet je er voor zorgen dat het eindresultaat aansluit bij de behoeften van de doelgroep.

Vaardigheden:
1. gevoel voor taal
2. nauwkeurigheid
3. brede belangstelling
4. goed kunnen samenwerken
5. plannen en organiseren
6. creativiteit
7. durf en initiatief

Waar werk je als einredacteur?
Redacteuren vind je op verschillende plekken: overal waar redacties hun werk doen. Bijvoorbeeld bij uitgevers, bij kranten, tijdschriften en vakbladen, maar ook bij communicatiebureaus, televisie- en radioprogramma's, teletekstpagina's en bureaus die zich bezighouden met internetsites. Ook opleidingsinstellingen en trainingsbureaus maken gebruik van redacteuren. Verder zijn er veel redacteuren die op freelance basis werken voor verschillende opdrachtgevers.

Geen opmerkingen: